Een doos zonder deksel, scharnieren of slot
- kamerverhalen
- 23 dec 2022
- 4 minuten om te lezen
Kamerverhalen is een schrijfgenootschap, gevestigd in Parkstad Limburg.
De komende tijd verschijnt er elke twee weken een nieuw verhaal van één van onze leden.
Joran heeft zich laten inspireren door Gaby's verhaal. Het lijkt haast een herschreven versie van hetzelfde verhaal, maar - zoals Gaby ons twee weken geleden al vertelde - niets is wat het lijkt.

Een doos zonder deksel, scharnieren of slot
Ze ziet de doos op tafel staan. Haar ogen lichten op, haar lip begint te trillen. Ze weet precies wat erin zit. Dat heerlijke gouden goed, dat op zoveel manieren zo lekker is. Misschien krijgt ze het wel met groenten, als een omelet. Of gebakken in een pannenkoek, of met een beetje smeltende kaas op een versgebakken broodje. Het water loopt haar in de mond, en stroomt een beetje over. Ze grijpt haar doekje en veegt ruw langs haar mond. Het staat zo dichtbij, zo uitdagend dichtbij. Haar maag maakt een bijna oorverdovend lawaai. Ze heeft zo’n honger, zo’n enorme honger. Naast haar liggen nog een halve appel en een halfvergeten koekje, maar daar taalt ze niet naar. Haar blik blijft gefixeerd op de doos op tafel. Wie heeft er nu interesse in wat je hebt, als wat je niet hebt bijna binnen handbereik is? Ze maakt resoluut een besluit: ze gaat ze pakken. De eerste stap: opstaan. Op beide benen staan, en lopen. Dat mag geen probleem zijn. Daarvoor heeft ze een prachtig looprek gekregen. Papa en mama waren zo blij toen ze de eerste stapjes zette. Maar dat looprek staat helemaal aan de andere kant van de kamer. Moet ze dan daarnaartoe kruipen? Nee. Daar is ze veel te trots voor, kruipen is iets voor baby’s. Ze gebruikt de grote luie stoel om zichzelf op te hijsen. Het is moeilijk grip te krijgen op de versleten lederen armleuningen, maar het lukt haar overeind te komen. Goed zo. Nu nog naar de tafel zien te komen.
Ze wacht even tot ze iets zekerder op haar benen staat. Met een schuin oog houdt ze de deur van de kamer in de gaten. Wat als papa of mama nu binnen komt, en haar zo ziet staan? Dan krijgt ze waarschijnlijk straf. Ze schudt haar hoofd om die gedachte kwijt te raken. Papa en mama komen niet zomaar binnen. Zij zijn haar allang vergeten, hoe kan het anders dat ze hier zo alleen is? Haar maag rammelt opnieuw. Papa en mama laten haar nooit zo lang alleen. Als ze iets wil eten, en dat wil ze, dan moet ze daar zelf voor zorgen. Ze zet een stap richting de tafel. Haar onderlijf beweegt mee, maar de bovenkant heeft zich aan de stoel vastgeklampt. Het is toch wel spannend, lopen zonder rekje. Ze maakt haar handen tot vuisten, vastbesloten zich nergens aan vast te houden. Ze beweegt haar andere been en staat rechtop, zonder hulpmiddelen, klaar om naar de tafel te lopen. In haar hoofd ruikt ze de heerlijke geur van haar aanstaande lunch. Haar neus brengt haar op andere ideeën – het is weer zover. Die vieze, doordringende geur komt altijd opzetten als ze te lang alleen is, en verdwijnt pas weer als papa en mama thuis komen. Ze wordt er een beetje misselijk van. Er is echter niets dat haar nu nog kan tegenhouden. Als Marjo een idee in gedachten heeft, zal niets of niemand haar in de weg staan.
Nog een stap brengt haar halverwege. Ze wankelt heen en weer. Het doet haar denken aan een toren in een land, heel ver hiervandaan. Papa heeft haar eens allerlei vreemde gebouwen laten zien. Een toren van ijzer, in Disneyland Parijs, een enorme klok, voorbij de zee, en een toren die zo scheef staat dat hij eigenlijk om moet vallen. Zo voelt zij zich nu ook. Ze houdt haar voeten stevig op de grond en zwiert van links naar rechts, van voor naar achter tot ze een goed punt heeft gevonden. Zo kan ze haar evenwicht bewaren. Zolang ze stilstaat.
Ze mist haar looprek. Ze mist papa. En mama. En Leintje. Haar ogen prikken alsof er allerlei stofjes in geblazen worden. Ze voelt een enorme brul opkomen in haar keel, maar drukt hem weg. Ze wil nu niet huilen. Ze wil haar eten! Voor ze zich kan bedenken zet ze nog een stap, en nog één. Bijna bij de tafel. Ze strekt haar armen uit, haar vingertoppen bereiken de doos nog net niet. Nog één stap, en ze is er. Nog één stap, en ze kan die vreselijke honger stillen. Nog één stap, en-
Ze verliest haar evenwicht. Haar handen grijpen in het wilde weg en vinden houvast aan het donkerrode tafellaken. Die glijdt in een vloeiende beweging van de tafel, met doos en al. Marjo valt achteruit, krijgt van alles over zich heen, en begint van schrik te huilen.
De deur zwaait open, en daar staat Marjolein.
“Leintje!” roept Marjo, door haar tranen heen. Marjolein haast zich naar haar toe, slaat haar armen om haar heen en trekt haar in een innige omhelzing. Marjo sluit haar ogen en is even helemaal veilig. Als ze haar blik weer omhoog werpt, ziet ze nog net hoe Marjoleins gezicht van afschuw naar een lieve lach verandert.
“Ach mam, ik denk dat we even je luier moeten verschonen. Wat is er met je gebeurd?” Ze gebaart de naar de ravage om hen heen. Overal glas, een pak melk waarvan de inhoud zich snel over de vloer verspreidt, de rollator die duidelijk ongebruikt is gebleven en in het midden van alles een klein oud vrouwtje, bedolven onder geel plakspul. Marjolein zucht, kust haar moeder teder op (een droge plek op) haar hoofd en staat hoofdschuddend op om de bezem te pakken.
“Mam, wat ben je toch een-“
Marjo schiet onverwachts naar voren, met een gretige blik in haar ogen. Met een snelle greep in de puinhoop heeft ze hem te pakken. Ze heft haar hand omhoog en opent hem langzaam, zodat Marjolein kan zien wat ze heeft gevangen. Ze kijkt haar dochter vol trots aan en maakt triomfantelijk Marjoleins zin af.
“Ei!” straalt ze.




Opmerkingen