top of page

Lodewijk de tweede

Kamerverhalen is een schrijfgenootschap, gevestigd in Parkstad Limburg.
De schrijf-estafette is terug van weggeweest! Elke twee weken verschijnt er een nieuw verhaal van één van onze auteurs.
Joran heeft zich laten inspireren door het verhaal van Klaas. Lodewijk loopt door de stad wanneer zijn vrouw iets ontdekt dat zijn leven voor altijd verandert.

Lodewijk de tweede

“Lodewijk. Kijk daar!”

Half geïnteresseerd volgde zijn blik haar wijzende vingers. Wat had ze nu weer gezien? Een kleine kefhond, wat verkeersborden, een bedelende zwerver, een dame met een mooie hoed… Hij keek haar met vragende, licht geïrriteerde ogen aan. Ze rolde met haar ogen en bewoog haar nog steeds wijzende vinger nadrukkelijk.

“Daar! Die zwerver! Die lijkt precies op jou!”

Hij nam het schouwspel nogmaals in zich op. De zwerver droeg versleten kleren, zijn schaarse haren hingen er droog en ongewassen bij, er was geen centimeter huid zonder aangebakken viezigheid te zien, en toch. Toch had ze gelijk, hij leek precies op Lodewijk. Als je voorbij zijn kleding, hygiëne, postuur en hopeloze ogen keek, had hij dezelfde korte, stevige bouw, dezelfde haarkleur, dezelfde intelligentie als hijzelf. Meer dan dat, hij voelde ineens een verbondenheid met deze man. Alsof hij hem al jaren kende.

“Laten we gaan,” zei hij zachtjes, zijn lepel naast half gegeten coupe gooiend. “Het ijs valt me verkeerd.”


“Hé schat?” Carla vlijde zich naast haar man op de bank. Hij wist wat dat betekende – ze wilde iets van hem. “Schat? Die man hè, die zwerver?”

Hij trok een wenkbrauw op en zei niets.

“Nou ja, die zwerver dus, ik heb er nog over nagedacht. Je zei toch dat je moeder daar altijd zo vreemd over deed? Over dat je enig kind was, en ze boos werd als je vroeg om een broertje?”

“Ja, dat weet ik nog,” bromde Lodewijk. Hij probeerde een ongemakkelijke stilte te laten vallen, maar dat liet Carla niet toe.

“Ja, dat. En je weet van mijn vriend Guizamo hè, die hobby-DNA-wetenschap-man-iets?” Lodewijk ging iets rechterop zitten. Ja, hij kende Guizamo, de man van medio dertig met het lichaam dat Lodewijk altijd had willen hebben. Uit plotselinge jaloezie sloeg hij een arm om haar heen. Dat nam ze blijkbaar als teken van interesse. Ze streelde zijn arm terwijl ze verder ging. “Ja. Hij. Ik vertelde hem het verhaal, en hij wil wel een test doen. Kijken of jullie familie zijn. Kijk nou niet zo, ik meen het! Ik denk dat hij je broer kan zijn. Misschien heeft je moeder hem laten adopteren, of dachten ze dat hij dood was, of is hij uit huis geplaatst, of weet ik veel! Dat is toch reuze belangrijk om te weten?”

Er gingen duizend gedachten door zijn hoofd. Zijn hoofd, dat zachtjes gestreeld werd door zijn vrouw. Hij wist wat dat betekende – ze had een nieuw project, en zou er alles voor doen om zijn toestemming te krijgen. Hij knikte en voelde gelijk een scherpe pijn door zijn hoofd gaan. Carla hield breeduit lachend een enkele haar voor zijn ogen, met wortel en al.


Het moment dat de deur dichtsloeg wist hij dat ze het antwoord had. Hij kende zijn vrouw tot in de details, ze sloeg alleen zo hard met de deur als ze haast had. Hij hoorde haar voetstappen de trap op denderen en zat helemaal klaar toen ze de kamer op stormde.

“En?” Hij probeerde laconiek te klinken, maar merkte de breekbaarheid in zijn stem.

“De resultaten zijn binnen,” zei ze plechtig. Ze plaatste een grote enveloppe op de tafel. Hij staarde ernaar, verroerde zich niet. Zijn mond voelde droog.

“Ik weet niet of ik dit wel wil.” Carla kwam naast hem zitten.

“Ach schat,” ze streelde langzaam over zijn arm. “Wat de uitslag ook is, het is al zo. Het antwoord verandert niet door een brief te lezen.”

Hij wist dat ze gelijk had. Haar hand bewoog van zijn arm naar zijn hoofd. Haar zachte aanraking stelde hem gerust, gaf hem moed. Hij pakte de enveloppe.


“Lodewijk, kijk daar.” Carla porde hem in de ribben. Hij volgde haar vinger en inderdaad, daar liep zijn tweelingbroer. De broer waar hij nooit van had geweten. De broer die hij niet kende. De broer waar hij niets voor voelde. En toch.

“Weet je zeker dat je dit wil? Dat we dit kunnen?” Eén laatste keer stelde hij weer dezelfde vragen, als allerlaatste check. Na vandaag was er geen weg meer terug.

Het was waar dat Lodewijk zijn leven beu was. Zijn kinderen waren jaloers op hun nieuwe moeder, tien jaar jonger dan zijn jongste zoon. Zijn geld ging op aan leningen die afbetaald moesten worden, veel te hoge verzekeringen en diezelfde kinderen. Hij had al vaak gezegd dat hij zijn leven opnieuw wilde beginnen, en hier was zijn kans. Carla streelde zijn arm.

“Natuurlijk, schat. Je wil toch opnieuw beginnen? Een leven alleen met mij? Als ze het lichaam van die zwerver vinden, zegt zijn DNA dat hij jou is. Dan verhuizen we naar Australië, of Oostenrijk, of waar dan ook, en krijgen we het leven dat we verdienen.”

Lodewijk bleef aarzelen.

“Ik weet dat het moeilijk is, maar je kent hem niet eens. Hij is je kans. Praat met hem, zorg dat hij mee naar huis komt. Ik doe de rest.” Ze aaide over zijn hoofd.

Lodewijk knikte.

3 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page