La douce France
- kamerverhalen
- 30 sep 2022
- 6 minuten om te lezen
Bijgewerkt op: 6 okt 2022
Kamerverhalen is een schrijfgenootschap, gevestigd in Parkstad Limburg.
De komende tijd verschijnt er elke twee weken een nieuw verhaal van één van onze leden.
Angéla heeft zich laten inspireren door Gaby's verhaal. Soms kom je ergens, en weet je direct dat je er nooit had moeten komen. Welkom in la douce France.

La douce France
Door Angéla Haegmans
Behendig manoeuvreerde Thierry de auto door de smalle steegjes. De zon stond laag en zette alles in een zachte roze gloed. Spoedig zou ze achter de bergen verdwijnen. De aanblik van de Mont Blanc
die, geheel onverwacht na een flauwe bocht voor haar was opgedoemd, had Lisa bijna de adem benomen. Thierry had haar, zo beweerde hij, meegenomen naar het mooiste land van de wereld. Ze wist ook wel dat het chauvinisme van hem was maar verdomd, het leek erop dat hij gelijk had.
Tuurlijk kon ze Frankrijk niet vergelijken met andere landen, ze was nog nooit in haar leven in het buitenland geweest, maar nu al wist ze dat ze nooit meer zo’n mooi landschap van hoge bergen, groene bossen en diepe meren zou tegenkomen. Door de open autoraampjes kwam de zoete geur van magnolia’s, en vers hout. Maar ze was moe en bezweet van de lange autorit. Het was een bloedhete dag geweest en ze verlangde naar een verkoelend drankje en een frisse douche.
“Weet je zeker dat we hier iets vinden om te slapen”? vroeg ze. Ze kon zich niet voorstellen dat ze in dit door godverlaten dorp ooit een hotel zouden vinden.
“Tuurlijk,” zei Thierry zelfverzekerd, “in Frankrijk is, zelfs in het kleinste gehucht wel een hotel, of in ieder geval een kamer te huur, we vinden wel wat”. Ze kwamen langs een kleine burcht en Thierry trapte abrupt op de rem. “Grote kans dat dit een hotel is”. Lisa was nog nooit in een hotel geweest maar van foto’s en verhalen van vrienden had ze begrepen dat een hotel een hoog modern gebouw was met luxe moderne kamers voorzien van airco en badkamer met een regendouche. Maar dit kasteeltje leek meer op een ruïne en in niets op het hotel dat ze al die tijd in gedachten had en inmiddels was uitgegroeid tot het walhalla van het goede leven.
“Een hotel? Is dit een hotel?” vroeg Lisa ongelovig.
“In Frankrijk zijn kasteeltjes vaak omgebouwd tot hotels en bovendien ligt er een parkeerplaats naast,“ zei Thierry.
"Maar die is helemaal leeg, Thierry. Wil dat zeggen dat we de enige gasten zijn?” Thierry haalde zijn schouders op.
“We hoeven maar een bed te hebben” bromde hij.
Even later liepen ze over een smal kiezelpad met hun tassen naar de grote massieve eiken deur. In plaats van een deurbel hing er een gietijzeren deurklopper in de vorm van een leeuwenkop. Thierry klopte tweemaal en al spoedig ging de deur op een kiertje en een oud, krom vrouwtje nam hen wantrouwend op.
“Eh, nous cherchons une chambre,” zei Thierry.
"Oui Oui," zei het vrouwtje en gooide de deur open. Ze wenkte hen om haar te volgen. Ze kwamen in een enorme hal waar een paar schemerlampen brandden. Er hing een enorme kroonluchter, maar daarvan brandden slechts twee lampen. Alles was bedekt met stof en spinnenwebben. In de hoek stond een groot eikenhouten bureau waarom een enorme berg papier lag. Het vrouwtje toverde een pen en een vergeeld formulier tussen de papieren vandaan en gaf ze aan Thierry. 'Invullen,' commandeerde ze in het Frans. Terwijl Thierry het formulier invulde sloeg het vrouwtje Lisa onafgebroken gade. Het onbehaaglijk gevoel dat zich van Lisa meester had gemaakt, op het moment dat ze een voet over de drempel zette, werd steeds sterker.
Heel deze atmosfeer ademde dood en verderf uit. Ze pakte Thierry bij de arm.
“Laten we naar een grote plaats rijden en een hotel nemen waar meer mensen zijn, ik voel me niet op mijn gemak hier,” fluisterde ze. Thierry schudde zijn hoofd.
"De dichtstbijzijnde stad is zeker nog een uur rijden, bovendien is het al bijna donker, we blijven hier,” zei hij resoluut. Toen Thierry het formulier had ingevuld knikte het vrouwtje goedkeurend naar Thierry. Er volgde een amicale conversatie in het Frans die Lisa de wenkbrauwen deed fronsen. Ze ving enkele woorden op, van 'mon ami' en 'bon choix', maar volgen kon ze het niet. Het leek wel of Thierry en de vrouw elkaar al jaren kenden. Maar nee, niet zo achterdochtig zijn, vermaande ze zichzelf. Thierry was verliefd op haar, ze was de vrouw van zijn leven, dat had hij zelf beweerd. Zelf had ze nooit een andere man gehad maar ze wist nu al dat ze oud met hem wilde worden. Het vrouwtje wenkte hen opnieuw dat ze haar moest volgen. Ze liepen door een lange, ook weer schaars verlichtte gang en kwamen langs de keuken waarin nog volop licht brandde. De kok was nog aan het opruimen. Lisa vroeg ze af voor wie hij gekookt had, ze waren zover zij kon zien de enige gasten. Onbewust viel haar blik op het blok met de enorme koksmessen en een rilling liep over haar rug. Weer riep ze zichzelf tot de orde, ze moest maar op Thierry vertrouwen, hij
had al in zoveel hotels geslapen en hij wist wel of het veilig zou zijn of niet. Aan het einde van de gang deed het vrouwtje een deur open en ze kwamen in een kleine kamer die op een groot bed na leeg was. Meteen zag Lisa dat er geen raam was en weer voelde ze de onheilspellende sfeer die in deze kamer nog sterker heerste. Het vrouwtje wenste hen een goede nacht en sloot de deur. Lisa wilde meteen de sleutel omdraaien, maar er was helemaal geen slot.
“Er is geen slot. Thierry, ik wil hier weg, er klopt hier iets niet." Maar Thierry had zich al uitgekleed en lag al in bed.
“Schatje, ik denk niet dat we hier een slot nodig hebben, lekker bed trouwens, ik denk dat ik hier wel in kan slapen.”
Besluiteloos stond Lisa in de kamer.
“Wat sta je daar nou,” zei Thierry, “kom in bed”. Lisa sloeg voorzichtig het laken terug. “Zouden hier beestjes zitten?” vroeg ze hardop. Thierry zuchtte en draaide zijn rug naar haar toe. Even later hoorde ze aan zijn regelmatige diepe ademhaling dat hij sliep. Hoe was het mogelijk dat iemand zomaar in dit spookhuis kon slapen. Ze wist een ding zeker: hier deed ze geen oog dicht, ze ging weg, in de auto zitten, die kon ze tenminste afsluiten. Voorzichtig viste ze de autosleutels uit Thierry’s broekzak. Ze wierp nog een laatste blik op haar slapende vriend en glipte naar buiten.
De gang was nu geheel donker. Op de tast probeerde ze zich de oriënteren. De hal, ze moest terug naar de hal. Maar na een kwartier had ze het gevoel dat ze nog steeds in dezelfde gang aan het ronddwalen was. Paniek maakte zich van haar meester. Opeens zag ze een deur die half open stond. Aarzelend ging ze naar binnen. De volle maan scheen door het raam en verlichtte de kamer die volgestouwd was met houten kisten. Voorzichtig voelde ze aan een deksel, maar de kist was gesloten.
Een koude luchtstroom streek langs haar benen, ze keek op en zag de deur langzaam dichtgaan. “NEE!” riep ze en rende naar de deur. Ze rammelde aan de klink en schreeuwde Thierry’s naam. Na een half uur ging ze uitgeput op een van de kisten zitten en langzaam drong het tot haar door dat ze gevangen zat en niemand haar ooit nog zou vinden. Ze liep naar het raam, dat zou ook wel niet open kunnen. Maar tot haar vreugde kon het gewoon open. Snel klom ze er door, maar tot haar verbazing kwam ze weer in een lange gang terecht die leek op de vorige. Vreemd, ze wist toch zeker dat ze de maan door het raam had zien schijnen. Opeens zag ze de kok op zich afkomen. Hij glimlachte naar haar.
“Ik, ik moet naar buiten,” hakkelde ze, “ik moet iets uit de auto pakken.” Ze hield de autosleutels omhoog om haar woorden kracht bij te zetten. De kok nam haar hand.
“Kom maar mee, jonge dame.”
Verbaasd constateerde ze dat hij Nederlands sprak maar voor ze daarover iets kon zeggen had de kok haar de keuken ingeduwd. Ze hoorde hem mompelen van “ja niet slecht, niet slecht”.
“Ik moet naar de auto,” zei ze weer, nu met stemverheffing. De kok kwam met twee glazen champagne aan en gaf er een aan haar. Hij lachte haar sereen toe en aaide even over haar haren.
"Ontspan nou even," zei hij. "Laten we nu even toosten op deze heuglijke vangst." Vangst? Toen pas zag Lisa de rij skeletten die van groot naar klein aan de vleeshaken hingen. Onder ieder skelet hing een kaartje met een naam. Het viel haar op dat bij meerdere skeletten dezelfde naam stond. Haar ogen werden groot van angst en ongeloof toen ze bij een aantal de naam Thierry zag staan. De kok knikte en zei “oui oui les trophées. Toen klonk hij zijn glas tegen het hare en dronk de champagne in een teug leeg. Hij likte zijn lippen af en zei toen met donkere stem: "Welkom Lisa, welkom in la douce France, bienvenue a l’hotel des squelettes."
Commentaires